Een kweekje van diamanten
Geert Van Landeghem, Aquarianen Gent
Geert Van Landeghem, Aquarianen Gent
In mijn rekje waar zich zes kweekbakjes bevinden gaande van 50 tot 100 liter was een bakje vrij gekomen. Vroeger had ik al eens diamantgoeramies gehouden. Ik was in een aquariumzaak op een prachtkoppel gebotst welke al vlug van eigenaar veranderden. Het stelletje kreeg een dicht beplante bak als nieuwe woonplaats.
De filtering is zeer simpel, namelijk met een luchtpompje met moussefilter. Dit veroorzaakt een geringe waterbeweging wat voor de kweek op prijs wordt gesteld door goeramies. Na het overwennen en verkennen van hun nieuwe onderkomen, lieten ze mij al snel hun prachtige kleuren zien. Deze beschrijven is bijna niet te doen, maar als ge een aquariumboek ter hand neemt staat er zeker een foto in.
Het paartje was al van redelijke grootte zodat het kweken niet lang kon uitblijven. Er werd hun een mix van allerlei diepvriesvoer voorgeschoteld alsook levend voer en droogvoer. Na de wekelijkse waterverversing van ongeveer 1/3de werd er steeds een verhoogde staat van paarlustigheid vastgesteld doch daar bleef het bij. Ik had ze op 26 °C zitten en op leidingwater (in de regio Beveren is dit niet zo hard als in de Gentse regio).
Ze waren nu toch al een goed half jaar in hun bakske en nog steeds geen schuimnest! Ik dacht dat ze wat groter zetten misschien zou wel helpen, dus verhuisden ze naar een bakje van 100 liter, ook goed voorzien van beplanting en schuilplaatsen. Ze hadden het vrij vlug naar hun zin en trokken baantjes door de bak, maar van het liefdesspel kwam niet veel. De waterkwaliteit was nochtans dezelfde dus misschien was hier de oorzaak in te vinden. Dan maar eens geprobeerd met regenwater te verversen en dit toch een aantal weken volgehouden.
Wegens plaatsgebrek (of door te veel soorten vis te willen houden) moesten ze terug verhuizen naar hun eerste verblijfplaats. De temperatuur van deze bak had ik lichtjes verhoogd naar 29°C. Wat ik wel al gemerkt had, was dat het vrouwtje een dikke buik had gekregen. De man baltste rond het vrouwtje dat het een lieve lust was en maakte een beetje luchtbellen tussen het eendenkroos. Eerst had ik het nog niet door maar aan de man zijn veranderde gedrag tegenover het vrouwtje (hij jaagde ze steeds weg van het nest), snapte ik dat er eieren of jongen moesten zijn.
Madam werd er uit geschept en ergens anders gezet om haar op haar positieven te laten komen. Na enkele dagen zag ik de man minuscuul kleine jongen bijeenhouden. Wat een zicht, wat een hoop jongen! Na ongeveer een viertal dagen heb ik de man eruit geschept zodat ik de waterstand kon laten zakken tot een 10 cm. Dat is praktischer voor het voeren van de jongen.
Wat geef je die kleine mondjes nu van voer? Artemia is zelfs nog te groot. In onze living had ik een vaas met verwelkte bloemen waaruit ik met een spuitje het water haalde en dit gaf ik de eerste dagen aan de vissen (plankton). Daarna schakelde ik over op een poeder van Artemia speciaal voor jongbroed. Dit lukte prima! Maar het zijn toch wel zeer trage groeiers ondanks de zeer regelmatige waterverversingen die ik doe. We zijn nu ongeveer een maand verder en alles is nog ok met de jongen. Nu begin je bij de grootste al duidelijk te zien dat de vorm van de goeramies er in zit.
En hoe is het met ma en pa? Die zijn intussen herenigd en al serieus bezig om alles nog eens te herhalen. Toch plezant zo eens een kweekje te hebben.